Verslag van de zomerschool 2000

1-6 augustus 2000

Introductie

De Zomerschool vond plaats in Amsterdam waar we drie zalen en een keuken hadden gehuurd in een van de gebouwen op het terrein van het voormalige Wilhelmina Gasthuis. We kozen die plek omdat het er rustig en aangenaam is, omdat we er vrij waren om te doen wat we wilden en omdat het zo centraal is. Tijdens de voorbereidingen hadden verschillende vrouwen al te kennen gegeven liever in de stad te zitten dan ergens in de bossen, waar vluchtelingen al te vaak worden ondergebracht.

De groep bestond uit vrouwen uit Afghanistan, Azerbeidzjan, Burundi, Kongo, Eritrea, Ethiopië, Irak, Iran, Koerdistan, Liberia, Nederland en Rwanda. De leeftijd van de deelneemsters varieerde van 16 tot 58.

De selectie van de deelneemsters was als volgt tot stand gekomen: vrouwen uit Vrouwen Tegen Uitzetting (± 15) was gevraagd om een of twee vrouwen uit hun omgeving te noemen die geïnteresseerd zouden zijn om de rechten van vrouwen te bestuderen en te bediscussiëren. Omdat deze eerste Zomerschool nog een experiment was, besloten we de groep te beperken tot 30 vrouwen.

De juridische status van de deelneemsters was erg verschillend: sommige vrouwen hebben een verblijfsstatus, terwijl anderen of nog in de procedure zitten en wachten op een beslissing, of een verblijfsstatus is geweigerd en weer in de procedure proberen te komen, of 'sans papiers' zijn.

De deelneemsters die nog wachten op een beslissing wonen in een AZC, OC of, aangezien dat sinds kort mag, zelfstandig.

Tijdens de Zomerschool sliepen de deelneemsters in een 'slaapzaal' op het WG-terrein of logeerden elders in de stad bij vrouwen van VTU of bij hun vriendinnen. Het geld dat we nodig hadden om de hele week te organiseren was afkomstig van een paar fondsen en van een heleboel vriendinnen. Sommige vriendinnen maakten schoon, deden boodschappen, waren logeeradres en/of deden dienst als taxi. Veel dank aan hen allemaal.

Het Programma

'Als vluchteling heb je de neiging om jezelf op te sluiten in je eigen problemen. Een samenkomst als deze helpt je om daar weer uit te komen en je blik naar buiten te richten.'

Ter voorbereiding van de Zomerschool schreven verschillende deelneemsters korte artikelen over de positie van vrouwen en de geschiedenis van de vrouwenbeweging in hun land van herkomst. Deze artikelen, over Afghanistan, Eritrea, Ethiopië, Iran, Irak, Koerdistan, Nederland en Rwanda, werden vooraf naar alle deelneemsters gestuurd, samen met een kritisch artikel over het Nederlandse integratiedebat en een krantenartikel over het provocerende standpunt van de Wereldbank over de oorzaken van burgeroorlogen. Toen we op 1 augustus van start gingen, had iedereen dus wat informatie over de overeenkomsten en verschillen in zowel de positie van vrouwen 'over de hele wereld', en als die over de overeenkomsten en verschillen in allerlei vrouwenbewegingen.

Als kennismaking begonnen we met een quiz, met vragen als 'Van welke koning uit welk land is de uitspraak Als haar man haar slecht behandelt, mag een vrouw hem doodschieten'? (antwoord: Amanullah uit Afghanistan), en 'Bij welk land hoort de vrouwenorganisatie Duterimbere?' (antwoord: Rwanda). We maakten creatieve wereldkaarten waarop alleen onze eigen landen van herkomst te vinden waren. In die landen schreven we onze naam en geboortedatum, de namen van belangrijke feministen en van de hoogste bergen. En binnen de kortste mogelijke keren besloten we met elkaar dat 'het patriarchaat' en 'de traditie' de belangrijkste oorzaken van vrouwenonderdrukking vormen.

Kolonialisme, Godsdienst en het ontbreken van Democatie

Op de tweede dag begon het echte werk, met een discussie naar aanleiding van het artikel over de situatie van vrouwen in Rwanda tot 1994. De schrijfsters hadden in hun artikel ferm beweerd dat door het kolonialisme en de christelijke kerk de positie van vrouwen in de loop der tijd verbeterd was, door de toegang tot onderwijs en door de introductie van een wettelijk systeem waarin de rechten van vrouwen werden beschreven. In het artikel over Irak hadden de auteurs al een vergelijkbaar strandpunt naar voren gebracht over moslims die vroeger het land waren binnengevallen en een soort islamitisch systeem hadden geïntroduceerd waarin vrouwen meer rechten kregen dan ze voorheen hadden.

Hoe moesten we die uitspraken verbinden met de opvatting dat kolonisten machtswellustelingen en uitbuiters zijn, en dat godsdiensten instellingen zijn die vrouwen tot dienaressen van mannen willen maken? De deelneemsters uit Ethiopië moesten toegeven dat de situatie van vrouwen in hun nooit gekoloniseerde land nu niet bepaald beter is dan die in de andere landen. Anderzijds was iedereen ervan overtuigd dat de slechte positie van vrouwen in welk land dan ook, nooit aanleiding is geweest voor een invasie en/of kolonisering. Ook waren we het erover eens dat onder koloniaal bewind ingevoerde onderwijssystemen op de eerste plaats bedoeld waren om mensen op te leiden om de koloniale boel draaiende te houden.

Uiteindelijk konden we elkaar vinden in het standpunt dat bepaalde praktijken onder het kolonialisme en binnen religies, soms, onbedoeld, positief voor vrouwen hebben uitgewerkt.

In een aantal artikelen stond iets over de topdown-invoering van wetten die betrekking hebben op de positie van vrouwen en het gebrek aan werkelijk resultaat van die wetten, soms zou er zelfs sprake zijn van een tegenstroom.

In de discussie werden daarvoor verschillende redenen genoemd:

  • vrouwen moeten kennis hebben van wetten die positief voor hen kunnen uitwerken. Onderwijs moet daarvoor zorgen.
  • als een wet te ver van het dagelijks leven van vrouwen af staat, kunnen zij het gevoel krijgen dat zo'n wet niet dient om hun positie te versterken maar juist om die te ondermijnen.
  • dergelijke topdown-ingevoerde wetten zijn niet bedoeld om de positie van vrouwen te verbeteren maar om een kleine groep actieve vrouwen tevreden te stellen en hen op die manier in te kapselen.
  • hoe meer een wet het resultaat is van een democratisch proces waarin vrouwen een belangrijke rol spelen, des te groter is de kans dat een groot aantal vrouwen ook daadwerkelijk van die wet gebruikmaakt.