Artikel 1F: oorlogmisdadigers

 

Geen status voor oorlogsmisdadigers

Op grond van artikel 1F van het VN-Vluchtelingen-verdrag kunnen landen vreemdelingen uitsluiten van de vluchtelingenstatus als er een vermoeden bestaat van zeer ernstige misdrijven. Geen land hoeft onderdak te bieden aan mensen die zich in eigen land schuldig gemaakt hebben aan oorlogs-misdaden, misdrijven tegen de menselijkheid en soortgelijke ernstige misdrijven.  Diegenen aan wie de vluchtelingenstatus geweigerd is op grond van  artikel 1F, moeten het land zelfstandig verlaten.  Als zij 28 dagen na deze weigering nog in Nederland rondlopen, zijn zij hier dus illegaal.

 

1F ook van toepassing op gezinsleden

Artikel 1F sluit niet alleen de vermeende oorlogs-misdadigers zelf uit van het Nederlanderschap, maar ook hun gezinsleden: vrouw en kinderen komen evenmin in aanmerking voor een verblijfsstatus. Sinds 2008 zijn de regels enigszins versoepeld: als de gezinsleden tien jaar onafgebroken in Nederland hebben gewoond en hebben meegewerkt aan hun terugkeer, kunnen zij zelfstandig asiel aanvragen.

 

Tien jaar is, om de woorden van de voorzitter van VluchtelingenWerk Edwin Huizing over te nemen, “te veel voor een kinderleven”. We beroven ze eerst van hun jeugd en laten ze daarna het risico lopen dat de aanvraag afgewezen wordt en ze teruggestuurd worden naar een land dat ze nauwelijks kennen. En vrouwen tien jaar isolement opleggen als straf voor daden waar hun echtgenoten van beticht worden, strijdt met ieder gevoel voor rechtvaardigheid.

 

Etiket 1F lichtvaardig opgeplakt?

Op welke gronden krijgen asielzoekers het etiket 1F opgeplakt? Meestal blijft het bij een verdenking, en een verdenking is natuurlijk geen bewijs. Van veel kanten is aangedrongen op een zorgvuldige beoordeling van de individuele gevallen, maar tot nu toe zonder effect. Advocaten dringen zelfs vaak aan op strafrechtelijke vervolging van hun cliënt, om zo diens onschuld te kunnen bewijzen. Tot nu toe is een handvol 1F-ers inderdaad door de strafrechter veroordeeld. Van ongeveer 100 1F-ers is de zaak in behandeling; bij de overige 1F-ers berust de kwalificatie dus op vermoedens en geruchten.   

 

Alle Afghaanse officieren 1F

Zo wordt iedereen die vóór 1990 als officier of onderofficier gediend heeft in de Afghaanse veiligheidsdienst, door de Nederlandse regering geacht persoonlijk betrokken te zijn bij martelingen en het vermoorden van politieke tegenstanders. Op grond van een ambtsbericht uit 2000 worden deze asielzoekers collectief onder 1F gebracht. Zij zijn voor een deel Nederland binnengekomen onder de oude vreemdelingenwet, en verblijven al jaren feitelijk rechteloos in ons land.

Noch Amnesty International noch United Nations High Commissariat for Refugees UNHCR heeft kunnen achterhalen op welke informatie over de Afghaanse veiligheidsofficieren het ambtsbericht uit 2000 gebaseerd is. Nederland is het enige land dat het artikel 1F categoriaal toepast op deze groep vluchtelingen. Amnesty International en UNHCR dringen daarom aan op een gematigder toepassing van de uitzonderingsclausule 1F, en achten nieuw onderzoek geboden naar de Afghaanse veiligheids-diensten in communistisch Afghanistan in de periode 1979-1992.

 

Artikel 1F contra de Rechten van de Mens

Mensen aan wie op grond van artikel 1F de vluchtelingen-status ontzegd is omdat zij schuldig zouden zijn aan misdaden tegen de menselijkheid, worden geacht Nederland zelfstandig te verlaten. Maar vaak lopen zij bij terugkeer naar het land van herkomst het risico blootgesteld te worden aan foltering of onmenselijke of vernederende behandeling. Volgens artikel 3 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens EVRM mogen ze daarom niet uitgezet worden. Ze moeten in Nederland blijven, hoewel ze wettelijk verplicht zijn om Nederland te verlaten. Hun rest geen andere mogelijkheid dan zich onzichtbaar te maken in de illegaliteit.

 

Ongewenstverklaring

Om het zelfstandig vertrek van de 1F-ers te stimuleren, worden zij ongewenst verklaard: daarmee is hun verblijf op Nederlands grondgebied strafbaar geworden. Dit gebeurt zelfs met de 1F-ers die op grond van artikel 3 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens niet uitgezet kunnen worden. De 1F-ers en hun gezinnen komen hiermee in de paradoxale situatie te verkeren dat hun aanwezigheid in Nederland tegelijkertijd onvermijdelijk èn strafbaar is.

 

Informatie Alied Blom bij de actie Vluchten doe je uit bittere noodzaak. Vluchtelingen zijn geen criminelen. Georganiseerd  door Vrouwen Tegen Uitzetting VTU op 11 maart 2011 in het kader van Internationale Vrouwendag. VTU is een netwerk van Nederlandse vrouwen en vluchtelingenvrouwen met en zonder verblijfsvergunning. Het netwerk zet zich in voor een goed asielbeleid en aandacht voor de positie van vrouwelijke vluchtelingen.

www.vrouwentegenuitzetting.nl   vtu@xs4all.nl   bankrekening 7814705