Uitzetten! Waarom lukt dat zo vaak niet?

Een afgewezen asielzoeker moet terug naar het land van herkomst. De Dienst Terugkeer en Vertrek regelt dit. Maar vaak lukt dit niet. Wat nu? Hier is iets moois op bedacht. Als wíj ze niet kunnen uitzetten, dan moeten ze het zelf maar regelen. Dat moet wel vanaf de straat gebeuren. Ze worden op straat gezet met een buskaartje en de aanzegging het land te verlaten. Maar dat doen ze vaak niet. Waarom gaan ze niet terug? Omdat ze niet terug kùnnen. Waarom kunnen ze niet terug?

 

Omdat hun land ze niet terugneemt
Irak
en Iran laten gevluchte onderdanen alleen toe als ze vrijwillig terugkeren. Onderdanen die met tegenzin terugkeren, zonder sociaal vangnet of toekomstplannen, laten ze niet toe. Er zijn ook landen die het indienen van een asielaanvraag in het buitenland aanmerken als een ‘vijandige daad tegen het regime’. Bij terugkeer lopen vluchtelingen het risico gedetineerd, mishandeld en gefolterd te worden, alleen omdat ze asiel hebben aangevraagd in het buitenland. Voorbeelden: Eritrea, Soedan, China (vooral bij Oeigoeren en Tibetanen). Andere landen werken nauwelijks mee aan het verstrekken van reisdocumenten voor hun onderdanen. Ethiopië, China, Mauretanië, Jemen, Mali, Guinee verstrekken zelden tot nooit een laissez passer om terugkeer mogelijk te maken. Zelfs wie niets liever meer wil dan terug naar het land van herkomst, lukt het dan niet om terug te keren.

 

De vreemdelingenwet kent het ‘buitenschuldcriterium’, op grond waarvan deze categorie vluchtelingen aanspraak zou kunnen maken op een verblijfstitel. Maar het beleid stelt als voorwaarde dat de betrokkene eerst gedurende twee jaar aantoonbaar heeft geprobeerd om terug te keren. Maar op straat zijn de mogelijkheden om effectief te werken aan terugkeer bijzonder beperkt. Dus vallen ze niet onder dit criterium.

Omdat ze gevaar lopen in hun land
In veel landen heerst oorlog en chaos: Oost-Congo, Irak, Afghanistan en Somalië zijn voorbeelden. Naar dit laatste land mochten tot voor kort geen vluchtelingen uitgezet worden, maar onlangs is het land voldoende veilig verklaard door staatssecretaris Teeven om gedwongen terugkeer van vluchtelingen naar Somalië te hervatten. Amnesty International, VluchtelingenWerk Nederland, UNHCR en Human Rights Watch hebben bezwaar gemaakt hiertegen; Somaliërs achten de veiligheidssituatie ook te onveilig en durven niet terug.

Terugkeer naar Afghanistan en Irak betekent voor veel vluchtelingen eveneens terugkeer naar een ongewisse veiligheidssituatie. Mensen die in het buitenland hebben verbleven worden in deze landen al snel als verdacht of verwesterst aangemerkt. Islamistische organisaties, gelieerd aan Al Qaida of de Taliban, proberen deze landen te zuiveren van westerse inmenging. Terugkerende asielzoekers staan al snel in de negatieve aandacht van deze groeperingen.

Voor verwesterste vrouwen geldt dat zij in deze landen in het bijzonder in de gaten worden gehouden. Zij lopen het risico om verkracht, mishandeld, opgesloten of ontvoerd te worden indien zij zich niet conformeren aan de streng islamitische regels.

Vrouwen die gevlucht zijn na een verkrachting of om aan een gedwongen huwelijk te ontsnappen, gelden als ‘onrein’ en ‘haram’ en lopen grote kans het slachtoffer te worden van eerwraak of andere vormen van geweld bij terugkeer.

Homoseksuelen en transseksuelen verkeren in tal van landen in levensgevaar. Lang niet alle homoseksuelen durven direct over hun seksuele geaardheid te spreken bij hun asielaanvraag en vertellen in eerste instantie een ander verhaal. Als zij in een later stadium alsnog een beroep doen op hun seksuele geaardheid, dan wordt hieraan soms geen geloof meer gehecht door de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND.

Omdat ze staatloos zijn
Als gevolg van conflicten over landsgrenzen en het erkennen van staten en bevolkingsgroepen, zijn er ook een heel aantal vluchtelingen die geen nationaliteit hebben. Zo wordt een groep etnisch Nepalese Bhutanen niet meer als onderdaan van Bhutan erkend, wordt een deel van de inwoners van Eritrea/ Ethiopië sinds de onafhankelijkheidsoorlog noch door Ethiopië, noch door Eritrea erkend en worden uit de enclave Nagorno-Karabach gevluchte inwoners noch door Azerbeidzjan, noch door Armenië als onderdaan erkend. Daarnaast worden Palestijnen en Koerden in verschillende landen niet als onderdaan erkend. Ook zijn er vaak moeilijkheden bij mensen die geboren zijn uit een gemengd huwelijk of mensen die zelf gehuwd zijn met iemand van een andere afkomst.

 

Terugkeer is geen optie
Voor al deze asielzoekers is terugkeer geen optie. Zij gaan, eenmaal uitgeprocedeerd, deel uitmaken van de steeds groter wordende groep vluchtelingen die illegaal in Nederland verblijven omdat ze niet terug kunnen of niet terug durven.

Vaak lezen we dat Nederlanders menen dat het asielzoekers ook is gelukt om zonder documenten naar Nederland te komen, dus dat ze op dezelfde wijze weer terug kunnen keren naar hun land. Wij wijzen erop dat vele vluchtelingen op bootjes of in containers omkomen op weg naar een veilig land om asiel aan te vragen. Andere vluchtelingen worden onderweg slachtoffer van mensenhandel, gedwongen prostitutie, mishandeling of verkrachting. Nederland kan niet van asielzoekers verwachten dat zij dit risico nemen om terugkeer naar hun land mogelijk te maken.

Laat onuitzetbare asielzoekers toe!
Per jaar
komen er gemiddeld 6.000 asielzoekers op straat terecht. Ze mogen niet in Nederland blijven, maar een deel van hen kan ook niet weg. Veroordeeld tot een bestaan in de illegaliteit lopen zij voortdurend het gevaar opgepakt te worden en in vreemdelingendetentie te worden gesteld. Ze zitten vaak maanden in detentie onder slechte omstandigheden waarna ze, als de IND er niet in is geslaagd om ze uit te zetten, opnieuw in de illegaliteit op straat worden gezet. Het grote aantal zelfmoorden door asielzoekers die stukgelopen zijn op het Nederlandse asielbeleid tekent het wanhopige van hun situatie.

 

 

 

Het is hoog tijd om een einde te maken aan de ‘verdwijntruc’ die wij toepassen op deze asielzoekers. Wie wíj niet kunnen uitzetten, krijgt dat meestal ook niet zelf voor elkaar. In plaats van onze ogen te sluiten voor hun bestaan, dient hun situatie met zorg en aandacht opnieuw beoordeeld te worden. Asielzoekers die niet uitzetbaar zijn, hebben daar recht op.

 

Actie ‘Geen vluchteling op straat of in de cel’ op 23 maart 2013 georganiseerd door vluchtelingen uit de ‘Vluchtkerk’ in Amsterdam en het ‘Vluchthuis’ in Den Haag samen met ondersteunende organisaties.

http://vluchtelingenactie2013.nl