Vreemdelingendetentie AC Schiphol

 

Amsterdam 23 januari 2011

 

Brief aan de leden van de commissie Asiel en Immigratie

De uitvoeringspraktijk van de asielprocedure 2010: vreemdelingendetentie AC Schiphol

Wij schrijven dit stuk namens het netwerk van Nederlandse en vluchtelingenvrouwen met en zonder verblijfsvergunning, Vrouwen Tegen Uitzetting, VTU. Dit netwerk heeft tot doel de aandacht te vestigen op de positie van vrouwelijke vluchtelingen in de asielprocedure, en meer in het algemeen ons in te zetten voor een goed asielbeleid. In dit stuk vragen wij uw aandacht voor de omstandigheden waaronder asielzoekers in detentie worden gehouden in het AC Schiphol, sinds de inwerkingtreding van de nieuwe asielprocedure op 1 juli 2010.

 

Wij hebben informatie ingewonnen bij twee advocaten en een medewerker van Vluchtelingenwerk, allen werkzaam in het Aanmeldcentrum-Schiphol, en

 wij hebben het verslag gelezen van de schouw van de Rechtbank Den Haag op 13 09 2010 naar aanleiding van een klacht van een Somalische vluchtelinge over de situatie in AC Schiphol. Vervolgens zijn wij ook zelf ter plekke een kijkje gaan nemen, rondgeleid door een van de advocaten en een beleidsmedewerker. Zeer verontrust over wat wij daar zagen en hoorden, dringen wij er bij u op aan dat u tijdens de Commissievergadering Immigratie en Asiel op woensdag 26 januari aan de bel zult trekken over de misstanden die daar naar onze mening onstaan zijn.

 

 

Gehoord vanuit detentie

Vluchtelingen die via Schiphol asiel aanvragen worden vanuit detentie gehoord: zij verblijven in het Aanmeldcentrum Schiphol (AC Schiphol). Omtrent het verblijf aldaar heeft de destijds verantwoordelijke minister Hirsch Ballin in zijn brief aan de Kamer van 11 juni 2010 p. 4 het volgende opgemerkt: “Gelet op de situatie van vrijheidsontneming […] in aanmeldcentrum Schiphol zullen de voorbereidende activiteiten in principe binnen twee dagen worden afgerond. Tevens zal worden getracht […] al op dag zeven van de procedure de beschikking uit te reiken. Daarmee wordt voorkomen dat een asielzoeker, gelet op de huidige voorzieningen, te lang in het aanmeldcentrum Schiphol moet verblijven.”

 

Onze informatie wijst uit dat de termijn van twee dagen voor de voorbereidende activiteiten vaak ruim overschreden wordt: het is niet makkelijk om op stel en sprong een advocaat te mobiliseren en een geschikte tolk te vinden. Asielzoekers, waaronder gezinnen met kinderen, zitten dan gedurende een langere periode te kijk in wat een van de advocaten betitelde als een 'aquarium'. Om zich een beeld te vormen van ‘de huidige voorzieningen’ in AC Schiphol kan het volgende fragment uit de brief 04 11 2009 van de AC-advocaten Mr. I.J.M. Oomen en Mr. J.C.E. Hoftijzer aan Staatssecretaris Albayrak dienen: “Het AC Schiphol [is] onder de huidige omstandigheden niet geschikt voor een verblijf langer dan 48 procesuren (= ongeveer 5 dagen). Er zijn op dit AC te weinig mogelijkheden voor asielzoekers om zich enige privacy te verschaffen en om zich te onttrekken aan de blikken van volslagen vreemden (zowel mede-asielzoekers als derden). Er is onvoldoende gelegenheid om naar buiten te gaan, te bewegen. De televisies die de hele dag aanstaan en het lawaai dragen op geen enkele wijze bij aan een gevoel van rust of ontspanning. In het bijzonder voor kinderen en andere kwetsbare groepen (zoals getraumatiseerde personen) zijn de ruimtes ongeschikt om daar voor langere tijd te verblijven.”

 

Geheel in overeenstemming hiermee is de uitspraak van de Rechtbank te ’s‑Gravenhage op 13 10 2010 inzake het beroep dat een 17-jarige Somalische asielzoekster aantekende tegen haar gedwongen verblijf in het AC Schiphol (zaaknummer AWB 10/29208). Naar aanleiding van een schouw op 13 09 2010 van de omstandigheden ter plaatse concludeert de rechtbank dat het AC-Schiphol “wat het gebouw betreft noch anderszins is aangepast aan het verblijf van minderjarige vreemdelingen”, en wijst het beroep van de Somalische dus toe. De argumenten die de Rechtbank aanvoert voor haar conclusies zijn voortdurende zichtbaarheid voor derden, voortdurend tv-lawaai, geen mogelijkheid tot afzondering, geen enkel stukje privé-domein, zelfs geen vaste slaapplek, geen vrijelijk bewegen tussen dagopvang en slaapzalen, en een buitenruimte met duidelijk penitentiair karakter. Deze argumenten gelden naar ons idee stuk voor stuk ook voor getraumatiseerde asielzoekers, waaronder getraumatiseerde vrouwelijke vluchtelingen waar wij ons voor inzetten.

 

Onze bevindingen tijdens ons bezoek aan AC Schiphol op 05 11 2010 bevestigen het voorgaande. In het bijzonder werden wij getroffen door het gegeven dat de asielzoekers geen centimeter eigen domein hebben: elke ochtend moeten zij de slaapzalen om 8 uur verlaten, en als zij die om 10 uur ’s avonds weer betreden, krijgen zij een ander bed toegewezen (met nieuw beddegoed, met papieren lakens). Het dagverblijf was lawaaïg, niet alleen door de tv maar ook door het voetbalspel dat luidruchtig in gebruik was, in de ‘stilteruimte’ lagen enkele asielzoekers te slapen, zodat daar van enige privacy geen sprake was, en de weinig opwekkende buitenruimte, op gehoors- en geurafstand van de snelweg Amsterdam-Haarlem, had door hekken met prikkeldraadversperring inderdaad een ‘penitentiair karakter’.

 

Wij achten het van groot belang dat de Nederlandse overheid zich bezint op het onderscheid tussen land-AC’s en het AC Schiphol, een onderscheid waartegen ook door vele andere organisaties, zoals Amnesty International en VluchtelingenWerk, bezwaar aangetekend is.

 

Het Medisch Advies

 

Voordat zij de Algemene Asielprocedure ingaan, hebben de asielzoekers in AC Schiphol een onderhoud met een advocaat, krijgen ze voorlichting van VluchtelingenWerk en het zo genoemde Medisch Advies. Dit laatste is bedoeld om vast te stellen of de asielzoeker in staat is om coherent en consistent te verklaren, maar is ook, zo is ons nadrukkelijk verzekerd door Staatssecretaris Albayrak en Minister Hirsch Ballin, bedoeld om eventuele trauma’s van seksueel of oorlogsgeweld in een vroeg stadium te signaleren. Hirsch Ballin op p. 10 van zijn Nadere Memorie van Antwoord van 27 april 2010: “Het belangrijkste instrument om na te gaan of, en hoe, een asielaanvraag in de Algemene Asielprocedure kan worden behandeld is het medisch advies. Hierin komt het belang van kwetsbare personen expliciet aan de orde.” Het Medisch Advies wordt verstrekt door sociaal-verpleegkundigen “die ervaring hebben in het omgaan met en het herkennen van trauma’s”, en die “moeten kunnen beoordelen of er nader onderzoek door een deskundig arts moet plaats vinden” (Handelingen van de hervatting van de beraadslaging op 18 mei van de Minister en de Eerste-Kamercommissie van Justitie p.22); “[Het medisch advies] [is] er bij uitstek op gericht om signalen van fysieke en psychische medische problematiek […] te onderkennen. De medisch adviseur zal de IND vervolgens adviseren hoe hiermee omgegaan dient te worden, waarbij ook de mogelijkheid bestaat dat de adviseur de IND adviseert de asielzoeker op een later moment […] te horen.” (Nadere Memorie van Antwoord 27 april 2010 p. 8).

 

De informatie die ons heeft bereikt over de uitvoering van het Medisch Advies is anders. Het blijkt niet meer te zijn dan een gesprekje van hoogstens 10 à 15 minuten waarin een checklist wordt afgewerkt. Op de checklist, waarvan wij een scan bijvoegen, staan vier vragen die ingevuld moeten worden door de sociaal-verpleegkundige, en die alle uitsluitend betrekking hebben op eventuele beperkingen waar de IND gedurende de gehoren rekening mee moet houden. Nu is een trauma zeker iets waar ‘rekening mee gehouden’ moet worden, omdat de asielvrager daardoor wellicht niet in staat is ‘coherent en consistent te verklaren’. Maar in zo’n kort tijdsbestek kan natuurlijk geen sprake zijn van het opbouwen van een vertrouwensrelatie, waarin doorgevraagd kan worden bij vermoedens van trauma’s. Wij wijzen hierbij op het proefschrift van Tankink (2009) Over Zwijgen Gesproken, waarin op basis van onderzoek onder vrouwen met geweldstrauma’s uiteengezet wordt hoe groot de belemmeringen zijn om over die ervaringen te praten. Praten over verkrachting staat in veel culturen gelijk met de vernietiging van de totale sociale infrastructuur: die blokkade is niet in tien minuten geslecht.

 

Ons is ter ore gekomen dat het bedrijf Medifirst dat het Medisch Advies uitvoert, het doorvragen naar eventuele trauma’s heel expliciet niet tot de taakstelling van zijn werknemers rekent: er mag helemaal niet doorgevraagd worden naar eventuele vluchtmotieven, omdat de eigenlijke asielprocedure nog niet begonnen is. Door verschillende advocaten is ons te verstaan gegeven dat de medische adviezen waar zij mee moeten werken, hen vaak voor raadsels stellen door evidente inconsistenties tussen de antwoorden (bijvoorbeeld: heeft nare dingen meegemaakt, is angstig, heeft last van geheugenverlies, toont lidtekens) en de conclusie (geen belemmerende factoren voor de gehoren). De advocaat bij wie het vermoeden ontstaat dat er bij een cliënt meer aan de hand is, moet nu een onafhankelijke arts in de arm nemen die de conclusies van het Medisch Advies weerlegt. Voor een dergelijke contra-expertise is geen budget aanwezig.

 

Het voordeel van het instellen van een Medisch Advies is dat hiermee de mogelijkheid geopend wordt dat asielzoekers direct doorverwezen worden naar de halfjaars-procedure. En inderdaad gebeurt dit in een aantal gevallen. Wij achten echter de kans groot dat door het gebrekkig functioneren van het Advies trauma’s die de achtergrond vormen van de asielaanvraag, onopgemerkt blijven, zodat de betreffende asielzoekers ten onrechte in de Algemene Asielprocedure terecht komen. Het is onzes inziens van groot belang dat het Medisch Advies opgetuigd wordt tot een deugdelijk instrument tot vroegsignalering van traumatische ervaringen. De checklist moet expliciete vraagpunten bevatten omtrent ondergaan seksueel geweld, oorlogsgeweld of andere vormen van verlies of verlating. Er moet meer tijd dan de tien à vijftien minuten die er nu voor gereserveerd zijn, uitgetrokken worden voor dit voor kwetsbare asielzoekers zo belangrijke gesprek. Er is op dit moment een onafhankelijk instituut in oprichting, dat aanvullend onderzoek gaat verrichten naar aanleiding van eventuele onduidelijkheden in een Medisch Advies. Dit onderzoek zal verricht worden conform de richtlijnen van het MAPP, waaraan tot nu toe dergelijk aanvullend onderzoek toevertrouwd was. Het is van het grootste belang dat haast gemaakt wordt met de definitieve oprichting van dit instituut, met een budget voor contra-expertises bij een medisch advies.

 

Gedwongen tot een asielaanvraag

 

Schokkend vonden wij het aanzicht van een aparte ruimte op AC Schiphol waarin mensen vastzitten die zijn aangehouden omdat zij geen geldige papieren konden tonen. Het gaat hierbij om mensen die bij een tussenlanding op Schiphol, in een Euroliner bij de grens, of ergens in Nederland op straat zijn aangehouden. Zij zijn na hun aanhouding voor de keus gesteld: terug naar eigen land of asiel aanvragen in Nederland, en in detentie genomen op Schiphol. In een aantal gevallen wilden de aangehoudenen helemaal geen asiel in Nederland, en waren zij, in het bezit van geldige vervoerbewijzen, op weg naar een ander land om daar asiel aan te vragen, hadden daar soms zelfs al voorbereidingen toe getroffen. In die aparte ruimte zitten dus mensen die gedwongen zijn om in Nederland asiel aan te vragen, en daar behoorlijk kwaad over zijn. In verband met dit laatste zitten in deze ruimte alleen mannen: de aldus voor de asielprocedure aangeworven vrouwen zijn voor hun eigen veiligheid ondergebracht bij de mensen die uit eigener beweging via Schiphol asiel hebben aangevraagd.

 

Naar verluidt maken de aldus gedetineerden rond de 50% uit van de totale populatie op AC Schiphol. Zij doorlopen een procedure van 6 weken, en komen na een eventuele afwijzing van hun aanvraag enige maanden onder de hoede van de Dienst terugkeer en Vertrek. Aangezien het hier vaak gecompliceerde gevallen betreft, met landen van herkomst die niet meewerken, eindigt deze vorm van vreemdelingendetentie er vaak in dat de mensen ‘geklinkerd’ worden: op straat gezet. Voor velen is dit een regelmatig terugkerend scenario, dan spreken wij van ‘draaideur-illegalen’.

 

Wij achten het van het grootste belang dat aan deze wel zeer bijzondere invulling van het begrip ‘aanzuigende werking’ zo snel mogelijk een eind gemaakt wordt. Mensen die hier per se geen asiel aan willen vragen, moeten hier niet toe gedwongen worden, en moeten door kunnen reizen naar hun oorspronkelijke bestemming. Meer in het algemeen zou de overheid zich moeten bezinnen op de mensonterende en bovendien geldverslindende carrousel van detineren – klinkeren – detineren.

 

Advocaten in tijdnood

 

De Algemene Asielprocedure garandeert continuïteit in de rechtshulp, maar is dermate krap geprogrammeerd dat het werk voor de advocaten bijzonder moeilijk in te passen is. De procedure neemt in totaal 8 dagen in beslag, waarbij dag 1, 3 en 5 uitgetrokken is voor eerste en tweede gehoor en het voornemen, en dag 2, 4 en 6 voor de nabespreking met de advocaat van de gehoren en van het voornemen, en dag 8 voor overleg over eventuele verder te nemen stappen. De advocaten spreken met de asielaanvrager voor het begin van de procedure op ‘dag min één’, en dienen vanzelfsprekend op de dagen 2, 4, 6 en 8 aanwezig te zijn op de proceslocatie. Het is duidelijk dat advocaten die in deeltijd werken sowieso niet op alle ingeroosterde dagen aanwezig kunnen zijn, maar ook wie fulltime werkt kan in de problemen komen met andere zaken die zich ten kantore kunnen voordoen of met eventuele zorgplichten thuis, aangezien de procedure in het weekend doorloopt. Dit brengt het risico met zich mee dat asielzoekers toch met vervangende advocaten te maken zullen krijgen, waarmee zij geen vertrouwensband hebben kunnen opbouwen.

 

Een ander punt betreft de toewijzing aan advocaten van drie cliënten per dag. Door onze informanten wordt de afhandeling op één dag van drie vaak gecompliceerde zaken met veel haken en ogen, onverantwoord genoemd. Eén hunner beperkt zich derhalve tot twee cliënten, en neemt het financiële nadeel dat hieruit voortvloeit, voor lief. Het is duidelijk dat deze overbelasting van asieladvocaten de kwaliteit van de rechtshulp aan de asielzoekers in gevaar brengt.

 

Wij achten het van groot belang dat de mogelijkheid overwogen wordt om voor de Algemene Asielprocedure meer tijd in te ruimen, zodat asieladvocaten hun taak naar behoren kunnen vervullen.