Strafbaarstelling van iIlegaliteit

Tot in de jaren 90 van de vorige eeuw konden mensen zonder papieren zich inschrijven in het bevolkingsregister en een sofinummer verkrijgen. Zo konden ze legaal werken, een huis huren, deelnemen aan sport- en recreatie-activiteiten, en soms zelfs, als ze premie betaalden, gebruik maken van de sociale zekerheid.
Maar in 1993 kwam de Wet op de Identificatie (Hirsch Ballin), en in 1998 de Koppelingswet (Sorgdrager). Een normaal leven leiden werd onmogelijk. Langzaam maar zeker werden mensen zonder papieren teruggedrongen in de marginaliteit.
Vertrekken deden zij echter niet. In tegendeel: er kwamen steeds meer ‘illegalen’. Vooral na de invoering in 1998 van het principe van de ‘eigen verantwoordelijkheid’ (Cohen), waarbij moeilijk uitzetbare asielzoekers op straat gezet worden met de opdracht hun eigen terugkeer te gaan organiseren. Àls ze dat al zouden willen, dan lukt dat vaak niet. Het is lastig om, op straat levend, contact te maken met ambassades of bevolkingsregisters om de juiste papieren te verkrijgen. Gevolg: een groeiend aantal mensen zonder papieren zonder voorzieningen en zonder dak boven hun hoofd.

De overheid ging op zoek naar middelen om het probleem van de illegaliteit op te lossen. Hierbij moest zij rekening houden met het Europees recht, dat strafbaarstelling met vrijheidsstraf  van illegaliteit in veel gevallen niet toestaat.

Maar sinds 2011 wordt illegaliteit in Nederland wel degelijk met vrijheidsstraf bedreigd, namelijk via de omweg van de zogenaamde ‘re-entry ban’, het ‘inreisverbod’.

 

Illegaliteit als overtreding
Het inreisverbod is een verbod om zich op Nederlands grondgebied te bevinden, of op het grondgebied van een ander EU-land. Eigenlijk bedoeld voor ongewenst verklaarde vreemdelingen, is het sinds 2011 door een wijziging van de Vreemdelingenwet van toepassing op bijna alle uitgeprocedeerde asielzoekers. Bij de afwijzing van hun asielaanvraag krijgen zij standaard een vertrektermijn van 0 tot 28 dagen. Indien zij daarna nog in Nederland worden aangetroffen krijgen ze een inreisverbod opgelegd en zijn ze in overtreding. Zij kunnen een boete van € 130 tot € 1200 krijgen, of een vervangende hechtenis van maximaal 6 maanden. Illegaliteit ìs dus al strafbaar, maar dan in de ‘lichte’ vorm van de overtreding, en het bieden van hulp is niet strafbaar. Tot zover het ‘lichte’ inreisverbod.

Illegaliteit als misdrijf
Staatssecretaris Teeven wil dit beleid verder aanscherpen. Een wijzigingsvoorstel van de Vreemdelingenwet dat binnenkort in de Tweede Kamer behandeld wordt, bepaalt dat mensen zonder papieren, ook al hebben ze nooit een vertrektermijn gekregen, strafbaar zijn, alleen omdat ze op Nederlands grondgebied zijn aangetroffen. Wie voor de tweede keer wordt beboet wegens illegaliteit of overtreding van het inreisverbod, krijgt een zogenaamd ‘zwaar inreisverbod’ . En wie dàt overtreedt, begaat een misdrijf. Hierop staat een gevangenisstraf van maximaal 6 maanden, of een boete van maximaal € 7.800. Illegaliteit wordt aldus in de sfeer van de zware criminaliteit gebracht, en hulp aan deze illegalen wordt nu riskant: het bieden van hulp bij het plegen van misdrijf is immers strafbaar.

Contraproductief
Gevangenschap is een straf.  De gevangenen waar het hier om gaat hebben echter meestal niets anders gedaan dan in Nederland zijn. Daar is het strafrecht niet voor bedoeld. Het is dan ook de vraag hoe Nederland zal kunnen voldoen aan de Europese richtlijn die bepaalt dat de gevangenschap de terugkeer van de vluchteling niet in de weg mag staan. Het gevangen zetten van mensen is immers iets heel anders dan aan hun terugkeer werken. Als het aan Teeven ligt, krijgen we te maken met een volkomen contraproductief systeem, dat vluchtelingen die het niet kan uitzetten juist des te dwingender binnen de landsgrenzen houdt. En dat kost:  € 200 per persoon per dag.

Symboolpolitiek
Waar het de staatssecretaris waarschijnlijk vooral om te doen is, is de symboliek. Illegaliteit wordt gecriminaliseerd, het niet hebben van papieren wordt geassocieerd met misdadigheid. Deze mensen zullen hierdoor alleen maar, in de woorden van Hans Spekman in de tijd dat de PvdA nog aan de goede kant stond, “dieper de illegaliteit ingeduwd worden”.  Steeds minder zullen ze de hulp en de bescherming durven zoeken waar zij krachtens internationale verdragen gewoon recht op hebben, en Nederlanders zullen steeds terughoudender worden in het verlenen van de noodzakelijke hulp, als zij moeten vrezen zich hierdoor medeplichtig te maken aan een misdrijf. 

 

Eens illegaal, altijd illegaal
Er zijn thans veel vluchtelingen die slechts tijdelijk illegaal in Nederland zijn. Sommige van hen ontvangen na illegaal verblijf alsnog via een herhaald asielverzoek een verblijfs-vergunning asiel, anderen hebben Nederlandse kinderen en ontvangen onder omstandigheden hierom een verblijfs-vergunning, weer anderen krijgen alsnog op medische gronden een verblijfsvergunning.

Het wetsvoorstel stelt nu dat eerder illegaal verblijf kan worden tegengeworpen aan het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Verzwaring van het inreisverbod, samen met de strafoplegging kan zo een forse belemmering gaan vormen voor het verkrijgen van een verblijfsrecht na illegaal verblijf. Ook als zich wijzigingen in de situatie van de vluchteling voordoen die een verblijfsrecht zouden rechtvaardigen. Te denken valt aan gewijzigde inzichten in de politieke situatie in het land van herkomst,  een huwelijk van de asielzoeker met een Nederlandse ingezetene, medische problemen, de zorg voor een Nederlands kind of aangifte wegens uitbuiting of mensenhandel.

Voor mensen die meerdere keren zonder papieren in Nederland zijn aangetroffen en hierdoor een zwaar inreisverbod opgelegd hebben gekregen, lijken de kansen op verblijfsrecht voorgoed verkeken. Mensen die uit de illegaliteit zouden kunnen geraken, en dat ook behoren te doen, worden hierdoor voorgoed afgesneden van legalisering van hun verblijf.  Het is duidelijk dat het probleem van de illegaliteit hiermee niet opgelost wordt. Het wordt alleen maar groter.

Actie ‘Geen vluchteling op straat of in de cel’ op 23 maart 2013 georganiseerd door vluchtelingen uit de ‘Vluchtkerk’ in Amsterdam en het ‘Vluchthuis’ in Den Haag samen met ondersteunende organisaties. http://vluchtelingenactie2013.nl